‘Weet je hoe dat wiel daar is gekomen?’ vraagt Jan Arts, alias de Moor van Herpen, en wijst naar de vijver aan de voet van de Erfdijk. De Moor heeft mij hier naartoe gevraagd om mij iets van enige importantie te vertellen. Blijkbaar is hij niet van plan om meteen ter zake te komen. Dat deed hij eigenlijk nooit. Ik laat hem begaan en kijk naar Den Beers, die rustig kabbelend haar weg naar Den Bosch zoekt. Iets verderop vervoert een boer wat schapen in een gammele schuit. De ijzige wind zet een tandje bij en blaast golfjes, die door een februarizonnetje zilver worden ingekleurd voordat ze zich omstebeurt tegen de voet van de dijk kapotslaan. Ik duik wat dieper in mijn jas en neem een slok brandenwijn. Het zilveren flesje neemt een stukje vastgevroren lip mee mijn jaszak in.

Dit is het begin van het waargebeurde verhaal over de Nederlandse Robin Hood uit Ravenstein, alias Jacobus van der Schlossen, de hoofdman van de bende van de Swartmaekers uit de zeventiende eeuw.

Het hele verhaal horen?